Geen haast

deel 2

Intro.

Edith Langens

In Les Sables d’Olonne wachten we een goed weervenster af om naar de Spaanse Noordkust te gaan. Het is bijna 200 mijl varen, dus we plannen om een nachtje door te varen. Vroeg in de middag zeilen we met ruime aanlandige wind weg. We blijven bij de kust, zodat het risico op orka aanvallen minimaal is en dan zie je de lange Franse stranden goed. Gedurende de nacht valt de wind bijna helemaal weg en gaan we langzaam naar het zuiden. De volgende dag neemt de wind weer toe en hebben we een eindsprint naar Hendaye, op de grens tussen Spanje en Frankrijk. We liggen dus toch nog net in Frankrijk met uitzicht op Spanje. Net na de haven is een prachtige ankerbaai met volledige beschutting tegen golven en wind.

Voor anker bij Hendaye

We hebben gemerkt dat de stuurautomaat een klein beetje olie lekt, dus het is tijd voor een servicebeurt. Na wat zoeken op internet, zien we dat de fabriek in de buurt zit en maken we een afspraak om de volgende dag langs te komen. We huren een auto op het vliegveld aan de overkant van de baai en rijden erheen. De stuurautomaat blijkt helemaal vastgeroest te zijn en de oliekeringen zijn er niet meer uit te krijgen. Uitstekende service daar bij Lecomble & Schmitt, ze maken een helemaal nieuwe ram voor ons, alles is gecontroleerd en we kunnen verder. We zijn er superblij mee.

Als alles weer geïnstalleerd is, kunnen we verder. Er is weinig wind, we proberen eerst nog wat te kruisen, maar het dat heeft geen zin en we gaan al motorzeilend de eerste haven in, Mutricu. De rotskust is steil en het water kristalhelder. Voordat we aan kunnen leggen, moet eerst een zwemmer aan de kant. Nu zijn we echt in Spanje! Dat vieren we met een etentje in het stadje. We klimmen de vele trappen op naar een pleintje waar het beste restaurant van het stadje zit volgens de havenmeester. Lekker gegeten in een typische Spaanse atmosfeer.

De volgende dag gaan we snel door naar Bilbao. We hebben wind mee, maar aan het eind van de middag zijn onweersbuien met zware windstoten voorspeld. Net op tijd varen we de baai bij Bilbao binnen en als we goed liggen barst de bui los. Hier zijn geen zware windstoten, maar op zee gaat het goed tekeer. De plek was een beetje krap voor ons, maar in Santurzi kan je drie dagen gratis liggen.

 

Van hieruit gaan we met de metro naar Bilbao, een mooie stad om te verkennen.

In Bilbao hebben we prachtig weer, maar de dagen erna is het buiig met windvlagen. We gaan toch verder, we kunnen hier niet langer blijven liggen. We varen samen met een Noorse (Ida) en Nederlandse boot (Noordster) naar Santoña, leuk voor de foto’s en filmpjes (zie lifeatsea.nl). Het is weer tegen de wind in, zoals gewoonlijk deze reis, maar we zijn er snel.

 

In Santoña liggen we prima voor anker samen met de Ida en de Noordster, ook met dertig knopen wind liggen we goed. Santoña ligt op een Santiago de Compostella route, er lopen heel wat mensen met rugzakjes rond.

Het blijft regenachtig, dus gaan we toch maar door naar Santander. Tegen de wind in, dat wel. We hebben het eerste rif in het grootzeil omdat daaronder het zeil kapot is, maar met dit tochtje tegen de wind in scheurt het reefoog volledig los. Jammer, het zeil is echt op. Nu moeten we verder met twee reven, maar dan gaan we nog steeds harder dan de meeste andere zeilboten. Op de ankerplek in Santander is niet zoveel te beleven, we liggen overal te ver vandaan. Dus als de stromende regen voorbij is gaan we verder. We vertrekken vroeg om een langere tocht te kunnen maken. Deze keer hebben we zelfs wind mee, maar niet zo veel. Tegen de avond zijn we in de buurt van Ribadasella. De invaart is alleen mogelijk bij hoog water en rustig weer, hij is niet veel breder dan de Equinox en daarnaast is de branding met golfsurfers. Maar eenmaal in de haven lijkt het op een bergmeertje.

We blijven hier een paar dagen, het stadje en de omgeving zijn prachtig. Langs het strand staan indrukwekkende oude villa’s, er zijn wandelpaden langs de kust en de stad heeft leuke kleurrijke huisjes.

Vervolgens gaan we weer tegen de wind in naar Gijon, het is niet ver. We kruisen dichtbij de kust, vanwege de orka’s en de golven. Als we Gijon naderen draait de wind voor ons de goede kant op en kunnen we het ruim halen. In Gijon is het feest! Alle cafés en terrassen zijn vol, er speelt een drumband op de kade om ons te verwelkomen. Er loopt ook nog een doedelzakorkest door de straten. Tegen de avond wordt er begonnen met een triatlon door de haven. Er valt weer genoeg te zien voor ons. Jammer genoeg is deze haven is niet gunstig voor trimarans, dus gaan we de volgende dag door naar het kleine haventje van Candás. Weinig plek voor bezoekende boten, maar iedereen is vriendelijk en behulpzaam.

Langs het volgende stuk kust zijn er geen ankerplekken en weinig havens. Het volgende haventje, Navia, kan ook weer alleen aangevaren worden met hoog water en rustig weer.

Navia

Als je pech hebt staan er brekers in de ingang van de riviermonding. Gelukkig hebben we deze keer wind mee en komen we op het goede moment aan bij de rivier. In de rivier moet je een route volgen, zonder dat er betonning ligt, om de ondieptes te omzeilen. Het blijkt vandaag niet moeilijk te zijn en we kunnen aanleggen aan de steiger van de zeilclub. We moeten een paar dagen hier blijven want de dagen erna staan er brekers in de ingang. Vanuit de boot zijn de brekers goed te zien, maar we liggen hier volkomen rustig.

Als de zee weer bedaard is, gaan wij ook weer verder naar het westen. We krijgen ondertussen iets meer haast, het is al half september en het kan hier aardig spoken als er depressies de oceaan over komen. Nu is er een oostenwind van vijf Beaufort voorspeld waar we gebruik van willen maken. Bij de kaap voor Viveiro gaat het natuurlijk toch wat harder waaien, dat was te verwachten. We ankeren in de baai van Viveiro. ’s Avonds ligt het helemaal vol met kleine vissersbootjes achter ons, maar die gaan allemaal weg als het donker wordt en dan liggen we er alleen.

Bij Viveiro liggen we helemaal alleen

De kapen waar we nu omheen moeten zijn hoog en er staat bijna altijd veel wind, die wil je dus niet tegen hebben. Er is nog een paar dagen oostenwind, en deze oostenwind wordt aardig versterkt door de kapen. Als we vertrekken draait de wind nog alle kanten op, maar bij de eerste kaap staat er al dik 25 knopen. Bij de tweede kaap valt de wind van de berg naar beneden, gaan wij 18 knopen en hebben we nog steeds 30 knopen in de rug. Dichtbij de kust zien we het water omhoog waaien, iets verder weg is het iets rustiger. Gelukkig kunnen we alleen met dubbelrif varen, dat hebben we hier wel nodig.

Plotseling valt de wind weg en komen de dolfijnen meezwemmen. En weer een paar mijl verder komt de wind weer terug, wel wat minder dan eerder. We varen naar Ares, daar is een mooie ankerplek die we nog van een vorige keer kennen. In Ares hebben we afgesproken met de Noordster, dat is weer heel gezellig.

De oostenwind neemt nog wat toe de volgende dagen. In Ares is het allemaal oké, ook al hebben we tot 35 knopen wind in de baai, maar rond de kapen met zoveel wind gaan wij niet doen. Even afwachten tot de wind afneemt en we het hoekje om kunnen naar het zuiden.

Een paar dagen later is het al zo ver en kunnen we door naar Camariñas, ook weer dicht langs de kust en tussen het vaste land en het eilandje Malpica door. Het waait nog steeds stevig, maar met wind mee gaat het allemaal lekker snel.

De ankerbaai bij Ares

In de nacht horen we rare geluiden, geproest en geschuur. Als we buiten kijken zien we een grote dolfijn spelen met onze ankerketting en ankerlijnen. De hele nacht gaan we heen en weer. We proberen het te filmen, maar je ziet niets op het filmpje, alles is donker. De volgende ochtend begeleidt deze dolfijn ons de ankerbaai uit, hij zwemt een half uurtje met ons mee, maar als we op open zee zijn gaat ie terug naar zijn eigen plek.

In deze etappe ronden we kaap Finisterre, weer een mijlpaal afgevinkt op onze route. Het is mooi weer, maar niet helemaal helder door de rook van de bosbranden.

Kaap Finisterre

Dan gaan we door naar Ezaro, daar is een waterval die we makkelijk kunnen bereiken. Vanaf het strand gaan we onder een brug door en we zijn in een compleet andere wereld. Hier lijkt het meer op een bergriviertje, even lopen en we zien de waterval. Het is er nogal druk met toeristen, maar de wandeling ernaartoe maakt het de moeite waard.

In de middag gaan we verder, naar Corrubedo. Er is nauwelijks wind en we gaan op de motor. Ria de Muros steken we samen met de Noordster over in dieper water, spannend vanwege de orka’s, maar we zien geen vinnetje.

Corrubedo zit de volgende ochtend in de potdichte mist. In de middag trekt die een beetje weg en gaan we tussen de grote rotsblokken door naar Ribeira. Er valt weinig te zien en het moet allemaal op de motor omdat er geen wind is. In de middag trekt heel even de mist op en zien we het strand waar we voor liggen.

Als de mist optrekt, besluiten we ook te gaan. Nu is er nog geen wind, maar er komt binnenkort wel een zuidwesterstorm aan en dan moeten we op een betere plek liggen. Op de motor gaan we naar de Ria de Vigo. Roepen een aantal havens op of ze plek hebben en gelukkig kunnen we in Moaña terecht aan het einde van een steiger. Hier blijven we een paar dagen liggen om de storm af te wachten.

Op de dag van de storm gaan we met de veerboot naar Vigo, we verheugen ons al op de terugweg met de hoge golven. Maar helaas, terug gaat de veerboot niet vanwege het weer. We moeten terug met de bus, zo’n anderhalf uur om de baai heen. Gelukkig komen we een aardige Spaanse tegen bij de bushalte die opgehaald wordt door haar vriend en we mogen meerijden. Door storm en regen over de brug terug naar de boot.

We blijven nog een dagje liggen en daarna is er een mooie noordenwind om een goede afstand naar Portugal af te leggen. Nadat we de baai van Vigo uit zijn, zetten we de roze spi en begint de Equinox lekker te lopen. We halen een grote groep Nederlanders in die allemaal onderweg zijn naar Leixoes, net als wij. Onderweg wisselen we de Spaanse vlag voor de Portugese.

De dagen erna hebben we nog noordenwind en gaan we meteen door naar Aveiro, Figuera da Foz en daarna Nazaré. Nazaré staat bekend om de enorme golven, als we langs het surfstrand varen, zien we ze ook, maar de haven is spiegelglad, terwijl we de oceaan gewoon kunnen zien vanuit onze boot. Zelfs bij een vrijwel vlakke zee, staan er nog flinke golven op dat strand.

In Nazaré slaat het weer om en is er mist, regen en nauwelijks wind uit het zuiden. We wachten daar tot het beter wordt om verder te gaan. Als de mist iets optrekt gaan we met een aantal boten op rij verder naar Peniche. Op zee valt niets te zien, alleen mist en op het allerlaatste moment boeitjes en visnetten. We worden gewaarschuwd door de voorste boot die ineens een andere kant op vaart en ons oproept. In Peniche willen we niet langer dan een nacht liggen, omdat hier de vissersboten met vaart voorbij komen. Dus varen we weer met mist door naar Cascais. Vlak voordat we er zijn klaart het op en hebben we weer zon. Onderweg ook nog een lekkere Bonito gevangen om te delen met de buren.

De volgende zuiderstorm komt eraan, dan lig je niet veilig voor anker in Cascais en er is ook geen plek voor ons in de haven. We gaan door naar Sesimbra. Het eerste stuk gaan we richting Lissabon om dicht bij de kust te blijven en dan recht naar het zuiden waar de wind vandaan komt. Als er geen orka’s waren geweest hadden we een prachtige zeiltocht gehad, maar nu is het een stuk lastiger. Voordeel is wel dat we zo dicht bij de kust zitten dat je de rotsen en grotten heel goed ziet ondanks de mist en miezer.

In Sesimbra kunnen we ook niet blijven met de zuiderstorm, dus de volgende dag op tijd door naar Sines. Ook deze keer was het prima bezeild als we niet zo dicht bij de kust hadden moeten blijven. Nu hebben we het begin kunnen zeilen en vervolgens tegen de wind in naar het zuiden. In de haven van Sines liggen we veilig voor ex-orkaan Kirk. We blijven er bijna een week. De wind blijft uit het zuiden komen en er komt nog een storm achter Kirk aan. Er komt wel deining deze haven in, maar door de boot met lange lijnen vast te leggen hebben wij er geen last van en liggen we rustig. In Sines maken we fietstochten en wandeltochten en borrelen met de buren van de andere boten. We vermaken ons wel tijdens deze verplichte stop.

Kaap Sao Vicente

Na een week is het zo ver, we zien een weergaatje om Kaap Vicente te ronden, de uiterste zuidwesthoek van Europa. We zouden net aan de wind de kaap moeten kunnen halen, maar helaas draait de wind wat verder door en moeten we kruisen. Het schiet niet echt op omdat we ook nog dichtbij de kust moeten blijven, maar motoren is ook geen optie met deze wind en golven. We hakken verder en genieten van de mooie kust. Tegen het donker zijn we bij de kaap en ankeren we in het donker bij Sagres. Lastig met de onverlichte bootjes en boeitjes, maar het is gelukt. We zijn in de Algarve. Weer een mijlpaal gehaald!

Ook hier kunnen we niet blijven liggen met de nieuwe zuiderstorm die eraan komt en de volgende dag gaan we door naar Alvor. Een soort waddengebiedje met stroomgeulen en zandplaten, dat bijna volledig voor de golven is afgesloten. We vertrekken te laat uit Sagres en hebben een mooie sunset cruise langs de rotsen van Lagos om vervolgens met laag water in Alvor aan te komen. Onze kaartplotters zijn het niet met elkaar eens waar de geul loopt en plotseling lopen we tegen een zandplaat aan met het zwaard. Helaas, we moeten wachten tot de volgende dag om verder de baai in te kunnen en we ankeren bij de ingang van het gebied.

De volgende middag barst de storm los, we zijn toch maar blijven liggen en hebben goed zicht op de brekers in de ingang. Blij dat we aan de goede kant liggen. De volgende dag is nog steeds de haveningang afgesloten wegens teveel brekers, goed om te zien hoe je daarachter helemaal rustig kan liggen.

Als het rotweer voorbij is, gaan we door naar het waddengebied bij Faro. Dit is echt zo’n plek waar je wat kan rondscharrelen en altijd wel een veilige plek kan vinden. Maar we krijgen ondertussen iets meer haast omdat onze zeilen klaar zijn en opgestuurd worden naar Gibraltar. Die willen we zo snel mogelijk kunnen ophalen, dus dobberen we door naar de volgende plek, de Rio Guadiana tussen Spanje en Portugal. Tegen hoogwater varen we de rivier op en gooien het anker uit aan de Portugese kant, daar zou minder stroming staan, maar het kolkt nog steeds om de boot heen. Best spannend met Suzy die in het donker over de boot heen rent.

Met nog steeds weinig wind en mooi weer gaan we verder naar Punta Umbria. Echt een uithoek in de golf van Cadiz die we de vorige keren hebben overgeslagen en nu wel zien omdat we bij de kust blijven. In deze haven wachten we tot we een goed weergaatje hebben om naar Gibraltar te gaan. Punta Umbria is een echt vakantiestadje voor de Spanjaarden, nu is er niet veel te beleven, maar de haven is goed beschut en er is plek in een box voor ons. We besluiten om de Equinox hier te laten overwinteren, maar eerst nog even op en neer naar Gibraltar voor de zeilen.

Na een paar dagen denken we een optie te hebben. Bij zonsopkomst en hoog water vertrekken we. Op zee staat er nog helemaal geen wind en we motoren een lange tijd. Dan krijgen we korte steile golven tegen, dat belooft niet veel goeds, toch gaan we door. Vervolgens krijgen we de wind recht tegen en toenemend. Tegen de tijd dat we in de baai van Cadiz aankomen hebben we dik dertig knopen tegen, het is echt ploeteren om bij de ankerbaai te komen. Pas als we echt bij de ankerbaai bij Puerto Sherry zijn, neemt de wind af. Het anker houdt meteen en we hebben rust. De volgende dagen gaan we via Barbate naar Gibraltar. We hebben het goed gepland deze keer, wind en stroming mee door de straat. We ankeren bij La Linea, de Spaanse stad die tegen Gibraltar aan ligt. Het is verboden te ankeren bij Gibraltar. We moeten met de Equinox naar Gibraltar om de zeilen op te halen, maar er is geen haven met plek voor ons, zeggen ze. Na rondwandelen en vragen vinden we gelukkig toch een plek waar we de Equinox neer kunnen leggen en de zeilen naar toe kunnen laten brengen. Snel de grens weer over wandelen, boot ophalen en parkeren in Gibraltar. De zeilen zetten we aan boord en weer terug naar La Linea. Het is gelukt! We beginnen meteen met het nieuwe zeil erop zetten.

In Zuid-Spanje zijn deze week grote overstromingen en hier in La Linea hebben we ook heel veel regen. Het grootzeil kan wel gemonteerd worden in de regen. Voor shoppen en sightseeing hebben we gelukkig af en toe wel droog weer. Het is vreemd voor ons dat we nu niet de Middellandse Zee op gaan, terwijl dat eerder wel ons doel was. Maar we kijken er toch naar uit om terug te gaan en de boot winterklaar vast te leggen.

Na een klein weekje in La Linea is de wind oostelijk en kunnen we terug naar Punta Umbria. Het vaart goed met het nieuwe grootzeil, zo goed zelfs dat we besluiten Barbate over te slaan en meteen door te gaan naar Puerto Sherry en de volgende dag weer vroeg verder om bij hoogwater aan te komen in Punta Umbria.

In Punta Umbria hebben we veel klusjes om de boot winterklaar te maken. Antivries is gelukkig niet nodig, maar dan blijft er nog genoeg over om te regelen. De nieuwe fok past helaas niet goed over het voorstag heen, dat wordt opgelost als we in het voorjaar weer terug zijn.

 

Suzy, onze kat, gaat elke avond op verkenningstocht, alle bootjes in de buurt inspecteren en over de steiger rennen. Het leukst vindt ze om, in het donker, achter in de scoop op de drijver te zitten en vissen te kijken. Ze is gek op vis, dus ze probeert ze ook te vangen en dat gaat helaas een keer mis… We horen een harde plons die niet van de vissen kan zijn. Gelukkig is op dit moment de stroming niet hard en kan ze goed zwemmen, maar ze vindt het vreselijk. Ze probeert op meerdere plekken aan boord te komen, maar het lukt even niet, dus springt Renzo er ook in en zet haar op de steiger. Suzy rent naar binnen, dat is haar veilige plek, en Renzo kan gaan douchen om weer op te warmen.

We genieten nog van een paar weken aan boord met lekker weer een beetje klussen en andere leuke dingen doen. Het vliegtuig is geboekt, we hebben de boot goed vastgelegd, alles is klaar om te gaan. Volgend jaar gaan we verder, thuiskomen is ook fijn.