Werkboot wordt familiecatamaran

In CTC-Nieuws 269 van vorig jaar, beschreef Maarten zijn keuze voor een Colne 8m motorcat en zijn eerste vaarervaringen. In dit artikel gaat hij in op de diverse aanpassingen om de vis/werkboot tot een familiecatamaran te maken met een comfortabele leefruimte.

Maarten Wiersma

Wat verwacht je van een boot om op te verblijven? Als je een boot koopt waar de accommodatie al in zit, dan ben je klaar. Maar de accommodatie van mijn Meridiaan is wel heel erg basic. Daarnaast wilde ik een van de twee zware benzinemotoren vervangen door een elektrisch exemplaar.

Het bleek een hele klus om alle benodigde aanpassingen uit te zoeken en te maken. In dit artikel ga ik in op die aanpassingen. Voor het ontwerpwerk gebruik ik trouwens Sketchup, een voor mij fantastisch hulpmiddel om alle werken en werkjes goed te kunnen voorspellen. Van maatvoering frame, tot beoordelen van verhoudingen, kleuren en elektrische schema’s.

Uitbreiding stuurhuis

Ik wilde wat meer leefruimte en dus een grotere opbouw. Ik heb veel tijd besteed aan de vorm en afmetingen van deze uitbreiding zodat deze het karakteristieke model van de boot niet aan zou tasten en toch de gewenste extra ruimte op zou leveren in de vorm van een mini-huiskamer. Ik heb gekozen voor een uitbreiding in het verlengde van het stuurhuis waarbij de gangboorden rondom vrij blijven. Gevoelsmatig behoort de uitbreiding een frame van ronde buis te zijn, hiervoor heb ik 28 mm rvs buis met mooie bochten, t-stukken en dergeijke gebruikt. De dakrand bestaat uit een geel, polyester hoekprofiel, dit zorgt voor een visueel geheel. De tent heb ik laten maken van stevig antracietkleurig doek. De ramen stroken met de ramen van het stuurhuis.

Deur in de verschansing

De verschansing van de boot is hoog en je moet een behoorlijke zwieper met je benen maken om aan boord te komen. Ik wilde een laagdrempelige, toekomstbestendige oplossing hiervoor en heb gekozen voor een naar binnen draaiende deur. De kabels en hydrauliek die door de verschansing liepen, moest ik naar beneden verleggen (en dus verlengen). Ik heb hiertoe een waterdichte kabelgoot gemaakt in de dorpel, met een waterdichte antislipdeksel zodat ik er later nog weer bij kan. Voordat ik de zaag in de verschansing zette, wat wel spannend was, heb ik eerst de zijwangen versterkt, alles scheef en rond. De zijkanten heb ik afgezet met rubberen hoekprofielen (EPDM).

Kombuis

Ik heb een aanrechtblad gemaakt van het bovenblad van een gebruikte labtafel. Achter het gastoestel heb ik een nieuw wandje gemaakt met een tweedehands draairaam dat dienst doet als afzuigkap. Water komt uit verwisselbare jerrycans van vijftien liter met kraantje. Koffie en thee smaken prima!

Omschakelbare gasflessen op een verdeelstuk

Dit leverde veel gedoe op met knel, schroefdraad links, schroefdraad rechts, duims, metrisch… Heel veel gedoe ook met een regelaar die ik op het verdeelstuk had aangesloten, die komt dan verticaal te hangen. En dat werkt dus niet omdat er dan een veiligheid in werking treedt. Na twee keer verkeerd geadviseerd te zijn kwam ik daar zelf achter. Dus verdeelstuk 90 graden gedraaid, jammer voor de drukmeter die daarop zit, en…. alles werkt. Ben ik nu echt de eerste hiermee?

Stuurbankje en koelkast

De vaste stuurstoel stond ergonomisch te ver af van het stuurwiel. Deze heb ik vervangen door een bankje met daarachter een compressor koelkastje, onmisbaar aan boord!

Achteruitkijkspiegels

Achteruit zie je niet veel, oopsie, een paar keer had ik achteropkomend verkeer eerder willen zien aankomen. Na veel zoeken vond ik rvs spiegels voor een Jeep die precies doen wat ik voor ogen had. Door de linker spiegel zie ik daarnaast ook de bovenkant van de motorkap, waardoor ik geen roer(motor)stand-aanwijzer nodig heb (de boot heeft geen roeren).

Convertible stapelbed

Als tafel gebruik ik een omgekeerde lattenbodem; omdraaien en kussens opschuiven en je hebt in twintig seconden een bed. De H-vormige tafelpoot is tevens opstap voor het bovenbed.

Verwarming

In mijn vorige catamaran zat een vergelijkbare Truma gesloten luchtverwarming. Aan het einde van het seizoen was de kachel echter defect; het bedieningspaneel, een hightech, programmeerbare, op afstand te bedienen, multi-snufjes-bediening voor het hele Truma assortiment, heeft namelijk als achterkant een onbeschermde printplaat. En wat gebeurt daarmee op zee? Juist: corrosie. Technologische snufjes gaan voor bedrijfszekerheid, foute boel. (Dit was ook het geval bij de shunt van een Victron batterijmonitor, een onbeschermd printplaatje in een accu-omgeving heeft geen lang leven.) Achteraf las ik in de montagehandleiding dat dit type verwarming niet meer in een boot geïnstalleerd had mogen worden. Ik heb nu de analoge bediening gemonteerd: thermostaat met knopje voor hoog, laag en ventilatiestand, meer wil ik niet. Wel heb ik deze preventief met speciale printplaatspray behandeld.

Elektrische ankerlier en ankerbuis

Ik heb bewust gekozen om de ankerlier in het gangboord te plaatsen en niet op het voordek vanwege zout water en natte boel binnen. De ankerlier is een Quick Genius voor acht mm, omdat deze compact is en de motor er niet onder hangt maar in de behuizing zit. Ook de drum komt regelmatig van pas. De lier heb ik gemonteerd op een zware Azobé plank van vijftig mm dik, deze dient tevens als werkbankje.

Uit ervaring weet ik dat ankerketting in een ondiepe anker bak gaat stapelen en dan stuiken. Geen prettig karweitje om op je kop in een luik de ketting steeds te moeten verspreiden.

Ik had al een jaar of twintig een pvc buis die je steeds maar niet weggooit, je weet maar nooit. Dat kwam nu van pas. Ventilatiegaten geboord, werkt perfect, ziet er ook nog goed uit! Een elektrische ankerlier was trouwens een van de eerste aanpassingen. Met een aluminium spade-anker altijd raak, onmisbaar. Aluminium stuitert wel iets langer dan de stalen versie is mijn indruk.

Vervangen van een benzinemotor door een elektrisch exemplaar

Twee zware benzineslurpers achter mijn bootje vond ik wat teveel van het goede, daarom heb ik er eentje vervangen door een robuuste Elco 9 kW elektrische motor. De andere zware benzinemotor heb ik gehandhaafd omdat deze van pas komt bij langere tochten of als ik veel wind of golven tegen heb. Het was een hele klus om de 115 pk motor met kabelboom en meters te demonteren (motor is te koop). De gekoelde elektromotor zit onder de kap en niet zoals vaak gedaan wordt in de naaf. Het chassis, staartstuk en schroef zijn van Yamaha.

Aanpassing hydraulische besturing

De zware Ultraflex hydraulische besturing van de benzinemotor moest passend gemaakt worden op de veel lichtere Elco motor, anders werkt de dubbele hydraulische besturing niet synchroon. Het was spannend om in de aluminium beugel van de nieuwe Elco elektrische buitenboordmotor te gaan zagen. Nu vast geen garantie meer, maar het werkt perfect. Maar ja, beter zo dan dat het niet werkt met garantie. Ook heb ik moeten hakken in de motorbak om de tilt mogelijk te maken.

Rudersafe op staartstukken

Sturen zonder roeren op twee motoren moet je je opnieuw eigen maken, helemaal als dat twee verschillende motoren zijn. De Rudersafe bladen op de staartstukken zijn een verbetering: minder zwabberen en wat meer stuurkracht. En toch ook een beetje sturen als de motoren niet draaien.

Van kabel naar elektrische bediening

Omdat ik een dubbele besturing heb, is het handig als ik met dezelfde hendels kan sturen. Toevallig zag ik op YouTube een adapter, aan te sluiten op de shiftkabel van de benzinemotor, naar in dit geval: én schakelen én gas/stroom geven. Een overgang van mechanische naar elektrische bediening dus. De bevestigingspunten, een gaffel en een pal/bus, van de kabel en het bewegende deel was in standaard uitvoering. Iedereen met een boot weet dat standaard net niet bestaat, en dus helemaal niet werkt, dus ook hiervoor twee keer een alternatief bedacht. Erg leuk dat dat dan ook werkt.

Lithium accu´s

De elektrische motor werkt op 48 volt. Hiertoe heb ik twee Aces LFP accu’s gemonteerd van in totaal 10 kW.

Ik heb niemand kunnen vinden die gelijkstroomschema’s kan of wil maken voor de 12- en 48V-installaties. Dan ga je omgekeerd studeren, eerst bepalen wat het moet doen, dan een en ander opduikelen op het internet en dat dan vervolgens schematisch uitwerken. Dan blijkt, met veel concentratie, tijd en zoeken, dat je daar toch wel uitkomt. Het bewijs wordt geleverd als bijna alles ook zo blijkt te werken in de praktijk. Het grote voordeel als je zo in je eigen wijsheid blijft, is dat je snapt hoe het werkt, en je bij onderhoud of veranderingen dat zelf kunt uitvoeren. In een eerder CTC-Nieuws was er een oproep voor een werkgroep elektrisch varen; mijn ervaringen, hardware keuzen etc. stel ik hiervoor graag beschikbaar.

48V-lader-controller en converter van 48 naar 12V

De 48V-accu’s worden opgeladen door de zonnepanelen of met walstroom. Het groene kastje is een speciale oplader voor LFP accu’s, rechts boven een Victron solarcontroller, ook weer geschikt voor LFP accu’s. Als je niet of weinig vaart, heb je hiermee een grote hoeveelheid energie aan boord waar je zo niets mee kan, want dat is 48 volt. Voor in noodgevallen of als je extra stroom nodig hebt, dan heb je een gelijkstroomconverter nodig om die 48V om te zetten naar 12V. Omdat dit volledig gescheiden systemen moeten zijn, moet je dat dubbelpolig omschakelen, dus zowel de + als de -. Daarvoor heb je een dubbelpolige schakelaar nodig met een ‘make before brake’ schakeling, want je wilt niet dat er een spanningsdip ontstaat (dat kan namelijk leiden tot apparatuur die uitvalt of zich gaat resetten). Ik heb lang naar een dergelijke schakelaar gezocht, maar niet gevonden; volgens mij bestaat zo’n ding niet. Maar met een dubbelpolige Hager schakelaar, type SFT 232 in combinatie met een grote 1F-condensator gaat het wel. Na kortstondig laden verbruikt deze condensator geen energie en kan gedurende twee tot drie seconden het boordnet voeden, tijd genoeg voor het schakelen.

12V-controller en booster

De boordaccu, een 65 Ah LFP accu, wordt opgeladen met twee zonnepanelen en de benzinemotor.

Links bovenaan zie je een accubooster voor een constante laadspanning, daaronder een Victron solarcontroller, links hiervan zie je de Hager schakelaar. Boven de solarcontroller zie je de Victron shunt voor de accumonitor, ook in deze shunt zit een onbeschermd printplaatje, foute boel volgens mij. Verder wat verzamelpunten, zekeringen en hoofdschakelaars.

Accumonitoren in plaats van benzine- en tiltmeter

Op de plek van de tiltmeter en de benzinemeter van de verwijderde benzinemotor passen precies twee Victron batterijmonitoren. Het is heel belangrijk om de toestand van de accu’s te volgen; de Victron monitor geeft een globaal beeld, de accu’s zijn op detail uit te lezen met een app. Ook te zien is de circuit breaker en de up-downbediening van de elektrische lier. De ankerlier en motoren zijn vanuit het stuurboordgangboord, door het schuifraam, te bedienen.

Zonnepanelen op het dak

Voor boordstroom en stroom voor het opladen van de 48V-accu’s heb ik ongeveer 1,5 kWh aan glas-glas huis-zonnepanelen op het dak gelegd. In twee tot vier dagen zijn de accu’s vol en hiermee kan ik dan twee uur varen met 5 kW, met een snelheid van vier knopen.

Prestaties

Ik schat het gewicht van de Meridiaan op 3,6 ton. De rompvorm is niet mooi gestroomlijnd zoals die van een zeilcatamaran, maar in feite zoals die van een platbodem, bedoeld voor planeren en ook rustige vaart uiteraard. Op alleen de Elco 9 kW motor (20 pk benzine equivalent) haal ik met 4,5 kW zo’n vier knoop. Daar kun je ongeveer twee uur mee varen. Meer vermogen levert nauwelijks meer snelheid op. Als de zon schijnt levert dat 0,8 kW op en kun je dus wat langer varen. Maar daar kom je het Westgat niet mee uit, daar kun je niet zonder de zware benzinemotor. Aangezien de vaarwateren rondom Lauwersoog mijn vaargebied zijn, kom ik elektrisch een heel eind. Als je stil ligt worden de accu’s opgeladen en dat is een leuk gevoel. Heel wat beter ook dan zeulen met jerrycans benzine.

De diepgang is veertig cm. Beide motoren hebben een elektrische tilt, bij deels gekantelde motoren vaar je nog op zestig cm diepte, dus een super boot om mee droog te vallen. Ik raad andere boten dan ook aan niet mij te volgen, ik zwabber maar wat.

Als je meer wil weten mail me dan maar, of ik laat het zien als je in de buurt bent.

Bevalt het?

Een motorcat is heel iets anders dan een zeilcat. Grote afstanden, hoge snelheden, het Ben Hur-gevoel, als alles strak staat en hard gaat, veel vierkante meters ruimte, dat alles heb je niet of in ieder geval veel minder op een motorcat. Wat je ook niet hebt, is het gedoetje van het zeilen en ook niet de arbeid tijdens het zeilen.

Wel hebben de vierkante meters van mijn motorcat stahoogte en loop je niet op je boot maar erin, wat erg prettig is bij het aanleggen en in sluizen. Ook met een motorcat houd je rekening met stroom en wind, maar je bent er minder van afhankelijk.

Droogvallen is super, eigenlijk heb ik geen bijboot nodig want met zestig cm water kan ik nog varen. Ook kan ik onder veel bruggen door en is het een handzaam formaat.

Het ‘leven op de boot’ is niet anders dan op een zeilcatamaran. Wel moet ik wennen aan de kleinere actieradius, maar dit geeft meer gelegenheid met anderen te varen, vandaar de kwalificatie Family Version.

Bijna alle aanpassingen werken goed, maar eerst nog maar eens een seizoen varen. Bijkomend voordeel van het zelf doen van al deze aanpassingen is dat je, niet alles maar wel veel, doorgrondt van een bootje van acht meter met toch veel techniek.

Ik ben heel blij met het resultaat, maar dat komt uiteraard omdat ik de aanpassingen en het gebruik afstem op mijn mogelijkheden, verwachtingen en wensen. Zo zal elke bootbezitter zijn eigen mix samenstellen, en eigenwijs (in de goede zin van de betekenis) als we zijn, zal niet één mix gelijk zijn aan een andere, wat ook weer interessant is.

Voor anker bij mijn waypoint: ‘Bij de bankjes’, de oesterbanken onder Engelsmanplaat