Safari langzaam uit de lockdown

Nadat het artikel van Wouter en Paula in nummer 267 van het CTC-Nieuws eindigde met een stiekem bezoekje aan de Wahoo is de situatie in Spanje enorm veranderd. Op 25 juni zijn ze op Ibiza en merken weinig meer van het coronagedoe. Alleen is het buitengewoon rustig overal. Dat heeft ook wel weer z’n voordelen.

Wouter Boom

 

Tja, hoe was het ook al weer. We mochten de boot alleen verlaten voor essentiële zaken: om boodschappen te doen, de vuilnis weg te brengen, naar de apotheek of bank te gaan of naar de tabakswinkel te gaan (heel essentieel dat laatste, zeker als je de getallen er nog even op na slaat, dit jaar tot aan vandaag al 2,4 miljoen doden door roken en minder dan 0,5 miljoen aan corona!). Wij deden in die tijd vooral veel klussen aan de boot en splitsten onze vuilnis in zo veel mogelijk kleine zakjes zodat we vaak naar de container konden. Ook gingen we dagelijks naar de supermarkt en kochten een heel klein beetje. Ondanks dat kleine beetje zit de boot nog steeds heel erg vol met voorraden, puur omdat we de beweging zo nodig hadden.

De-escalatie fase nul

Vanaf 2 mei mocht er weer tot maximaal een kilometer van je huis (boot) gewandeld worden, voor onze leeftijdsgroep (16-70 jaar) tussen zes en tien uur ’s ochtends en acht en elf uur ’s avonds. Alleen of met z’n tweeën. Het was die eerste dagen zeer druk op de boulevard en mensen liepen als zombies met mondkapjes op met een zo groot mogelijke boog strak voor zich uitkijkend om ieder ander heen. De dagen die volgden veranderde dat snel. Gek genoeg bleef vooral de jeugd mondkapjes dragen terwijl de volwassenen zich langzaamaan weer normaler gingen gedragen. Na ongeveer een week waren de meeste mensen weer van de boulevard verdwenen en werd het weer leeg. Voor ons betekende deze tijd dat we eindelijk weer eens onze vrienden konden zien zonder te moeten sluipen in de nacht. We spraken vaak af met Henk en Houkje of onze Zweedse vrienden Mats en Eva en op bijna iedere wandeling kwamen we Frits en Marleen tegen. Stilstaan voor een praatje voelde als een misdaad, ja zo ver waren we inmiddels afgezakt. Op de boulevard was weinig controle dus konden we in ieder geval met vier personen op praatafstand samen lopen.

De-escalatie fase een

Op 11 mei komt er een grote verlossing, we mogen weer bij elkaar op bezoek (maximaal tien personen) en de terrassen gaan weer beperkt open. Officieel moet je nog wel twee meter afstand houden, maar daar let natuurlijk niemand op. Het grootste voordeel is eigenlijk dat je nu op elk tijdstip van de dag op straat mag zijn, als je maar onderweg bent naar iets dat mag. We gaan gelijk samen met Henk en Houkje bij Frits en Marleen op bezoek en ’s avonds hebben we met tien personen Happy Hour bij de Stumble Inn. Ook mogen we weer recreatief varen, tot maximaal twaalf mijl buiten je ‘thuis’-haven. Wij gaan buiten de haven voor anker om het onderwaterschip te ontdoen van de winteraangroei en we gaan even een stukje zeilen. Verder gaan we weer wandelen in de bergen. Maria, de organisator van de Friday Walks zit al twee maanden alleen thuis en vraagt ons of we zin hebben mee te gaan wandelen. Zij heeft een auto, en met mondkapjes op mogen we weer op de weg zijn. Eigenlijk mag wandelen in de natuur alleen met een professionele gids, maar wij vinden Maria professioneel genoeg.

De-escalatie fase twee

Dan 25 mei gaan we naar de-escalatie fase twee. Dit houdt in dat we binnen de provincie mogen reizen en dus ook zeilen. Wij hebben inmiddels tot het einde van de maand betaald en de wind is tamelijk stormachtig de verkeerde kant op dus blijven we toch nog een paar dagen in de haven. Nu je weg mag is dat ook niet zo erg meer. We kijken rond hoe het in andere landen gaat om een plan voor deze zomer te maken. Het lijkt erop dat we voorlopig nog niet naar Portugal kunnen. Italië gaat wel op 3 juni open, dus als het in Spanje allemaal moeilijk blijft en we nog lang de provincie niet uit mogen gaan we in één keer naar Italië (Sardinië). Dat is zeshonderd mijl en dat is ver op de Middellandse Zee want het waait hier nooit langer dan een paar uur achter elkaar uit een goede richting. Het is meestal praktisch windstil of het blaast een dikke zeven tot negen Beaufort, oost of west.
29 mei vertrekken we dan eindelijk uit de haven. We gaan eerst samen met de Wahoo in een baaitje net buiten de haven een nachtje voor anker. De volgende dag is het praktisch windstil en we besluiten naar Cabo de Gata te gaan. Dat is ongeveer dertig mijl, een afstand die we tussen één en zes ’s middags dobberend kunnen afleggen. Het is fantastisch om weer onderweg te zijn. We gaan aan de oostkant van Cabo de Gata voor anker en blijven daar een dag om nog een stuk onderwaterschip schoon te maken en om gewoon van het uitzicht en de omgeving te genieten. Dan wordt er een sterke westenwind (meer dan veertig knopen) en vier meter hoge golven verwacht aan deze kant van de kaap dus zeilen we naar de oostkant waar een prachtige baai is. Henk en Houkje komen daar ook. De baai is schitterend met mooie witte stranden. Hij ligt middenin een Jurassic Park-achtig natuurgebied waar we voor de lockdown ook wel met de Friday Walks heen gingen. Dat is mooi, want we zullen hier wel een tijdje blijven. We mogen nog steeds de provinciegrenzen niet over.

Storm

Dan begint het te blazen. Eerst een rustige 25 tot 35 knoop. Onze achterbuurman (ook uit Almerimar) leert dat alleen in een lichte dinghy tegen de wind in varen niet zonder gevaar is. We helpen hem het bootje weer overeind te zetten en slepen hem naar zijn boot. Dan trekt het al verder aan tot boven de vijftig knopen wind. De baai heeft een heel goede zandbodem, dus het anker houdt perfect. Ook liggen we mooi aan hoger wal, de baai beschermt perfect tegen deze windrichting (zuidwest). We zorgen altijd dat we de voorste zijn want als je iets niet wil, is het een krabber tussen de boegen vangen, die dan vervolgens dwars voor onze acht meter brede boot niet meer weg te krijgen is. Gek genoeg krabt er niemand, waarschijnlijk omdat er nu alleen ervaren cruisers en geen huurders onderweg zijn, allen voorzien van goed materiaal en die weten wat ze doen. De Cats (Wahoo en Safari) liggen rustig rechtop een klein beetje achter het anker te zwaaien. De mono’s zijn een soort van aan het opkruisen, met zo’n negentig graden tussen de slagen. Bij het overstag gaan klapt dan ineens de helling om van twintig graden over stuurboord naar twintig graden over bakboord. Na een dag of twee is het weer rustig en bouwen we eerst de Kayacat en later de Happycat op om een beetje te gaan spelevaren in de baai. Zo rond een uur of vier doen we vaak een wandeling in het natuurgebied of naar het dorp zo’n vier kilometer verder naar het noorden. Corona bestaat voor ons alleen nog in het nieuws, en als we op een terrasje bediend worden door personeel met mondkapjes en handschoenen. Dan volgt een tweede storm, die niet voor de eerste onder doet. Ook die is na ruim een dag weer wat uitgeraasd, maar je wordt toch wel wat moe van het lawaai.

De-escalatie fase drie

We hadden er veel van verwacht maar het brengt niet wat het zou moeten brengen. Je mag nu met twintig mensen bij elkaar zijn en de restaurants mogen nu binnen ook weer tot vijftig procent vol zitten, maar daar hebben we allemaal niets aan. We hadden gehoopt dat we de provinciegrenzen over zouden mogen, maar dat mag nog steeds niet. Zweedse vrienden (Mats en Eva) willen niet langer wachten en steken over naar Sardinië. Wij hebben nog wat meer geduld en blijven nog een paar dagen in onze baai. De dertiende hebben we het wel gezien, het lijkt erop dat verder naar het noorden voorlopig geen stormen meer zullen zijn dus we vertrekken samen met de Wahoo naar Las Negras. Dat is een heel klein stukje naar het noorden, maar er is een mooi baaitje. De volgende dag trekken we verder, er is zelfs genoeg wind om een knoopje of negen te kunnen halen dus voor je het weet zijn we toch over de provinciegrens. We wagen het er maar op. Zo gaan we in hops van twintig tot vijftig mijl, afhankelijk van hoe laat we wakker worden en de windsterkte langs de kust, richting Cartagena. Daar ontmoeten we Zweedse en Finse vrienden en houden een happy hour op de Safari. De volgende dag wandelen we met z’n achten naar de kanonnen en forten op de top van de berg op zuidoever van de baai.

Einde noodtoestand

We horen de achttiende berichten dat er boten naar Formentera en Ibiza gaan, maar volgens de BOE (de officiële Spaanse staatscourant) mag dat nog niet. De Zweden en de Finnen steken wel gelijk vanaf Cartagena over (140 mijl), maar de Wahoo en wij besluiten onze weg langs de kust te vervolgen om vanaf Moraira over te steken. Van daaruit is het een dagtochtje van een kleine zestig mijl en waarom zou je ’s nachts varen als dat niet nodig is. Bovendien zullen we daar dan pas heen varen als de noodtoestand officieel is afgelopen (21 juni), dus dan hoeven we niet meer schichtig om ons heen te kijken of er al een Guardia-boot achter ons aanjaagt. We zijn intussen overigens nooit gecontroleerd of aangesproken door enige autoriteit, dus waarschijnlijk hadden we ook wel veel eerder op pad gekund.

Ibiza

Nu zijn we dus op Ibiza. Het is hier heerlijk. In de baaien is overal volop ruimte (geen huurvloot en ook erg weinig cruisers) en er wordt, hoewel het bijna hoogseizoen is, erg weinig met die irritante jetski’s, speedboten met matrassen vol gillende kinderen en dat soort ellende rondgescheurd. In de stad San Antonio is het onvoorstelbaar stil. De pleintjes en boulevards die normaal vol zeer schaars geklede feestende jeugd zitten zijn nu leeg. Er is maar een fractie van de barretjes open en alle nachtclubs zijn en blijven deze zomer dicht. De hotels rond de baai zijn leeg en donker en de stranden zijn voor nog geen vijf procent bezet. Economisch is dit een ramp voor het eiland, maar voor ons is het hier nu extra fijn. We zullen binnenkort verder trekken langs de rest van de Balearen en dan door naar Italië.

Zie ook WWW.CATAMARANSAFARI.NL

 

Happy Cat racet achter Safari langs