Op herhaling

Dat Tom en Cora een grote Kurt Hughes catamaran aan het bouwen zijn, hebben we in het CTC-Nieuws al kunnen lezen. Dat Zilt er een mooi artikel over schreef, heeft misschien niet iedereen gezien. Daarom hierbij een kopie daarvan.

Tekst: Sjors van der Woerd en Laurens van Zijp Foto’s: Laurens van Zijp, Tom en Cora

Lekker landelijk. Zo valt de Sallandse Heuvelrug te typeren. Op deze voorjaarsochtend strekt het landschap zich verleidelijk glooiend uit in talloze tinten groen. Alleen is het geen omgeving waar je botenbouw verwacht. Toch is dat de reden van onze expeditie.

Hond Terra, waakse blaffer par excellence, kondigt luidkeels onze komst aan. Even later zitten we bij Cora en Tom aan de koffie. Zij is veearts en dat verklaart meteen de agrarische woonomgeving, ver van vaarwater verwijderd.

Beiden zijn wel fervent zeiler en liefhebbers van zelfbouw. Hun beider vaders blijken ook nog eens eigen schepen te hebben gebouwd. Dat scheelt natuurlijk. Erfelijk belast. Zoiets.

Actieradius

Tom (1971): “We zeilden veel op een stalen Scheldeschouw van 10,50 meter. Vanuit Kampen voeren we naar Stavoren, Enkhuizen, Lelystad; veel bereik had dat schip niet. Dus toen ik een stuk las over de grote actieradius van een trimaran was ik meteen geïnteresseerd.”

Ze bezochten een zelfbouwer die een Farrier aan het bouwen was, om meer te weten te komen en raakten besmet met het zelfbouwvirus. Lang verhaal kort: in 2004 begonnen Tom en Cora met de bouw van hun eerste trimaran. De keuze was gevallen op een Farrier 32. Tom: “Ontwerper Ian Farrier verkocht bouwtekeningen met een gedetailleerde uitleg; stap voor stap, het was bijna bouwen voor dummies.” Cora: “Als je alle hokjes bij de tekeningen hebt afgevinkt, ben je bij wijze van spreken klaar. Het is een soort technisch Lego …”

In 2007 was hun bouwproject afgerond en in de jaren daarna maakten ze met de Tresoor vanuit Schokkerhaven mooie reizen naar het wad, de Engelse oostkust en de Deense wateren. Ook gooide de Tresoor hoge ogen in clubwedstrijden van de Catamaran en Trimaran Club. Toch speelde er wat. De ruimte aan boord hield niet over en Cora vond de acceleratie en het wat nerveuze zeilgedrag op den duur niet prettig. In een oogwenk sprong de tri in volle galop met 16, 17 knoop. “Je moest voortdurend je kop erbij houden.”

Ze besloten over te stappen op een catamaran; meer ruimte, minder nerveus en nog steeds een riante actieradius. En: op den duur willen ze er langer op kunnen verblijven. In het bestaande aanbod vonden ze niet wat ze zochten, te zwaar, te duur of gewoonweg niet mooi. Dus was het logische besluit: zelf bouwen. De keus viel op een 36 voets ontwerp van de Amerikaan Kurt Hughes.

Ze transformeerden een voormalige varkensstal achter hun huis tot bouwloods, geïsoleerd en al. Zo’n bouwlocatie op loopafstand is goud waard, evenals het feit dat Cora en Tom sámen alles bouwen. “Je stapt veel gemakkelijker de loods in om nog een uurtje iets te doen en je pept elkaar op.”

Tweeënhalf jaar geleden startte de bouw.

Weer een tri

Met pijn in het hart werd de Tresoor verkocht. “Drie weken later had ik al ontwenningsverschijnselen,” bekent Tom.

Daar werd iets op gevonden: ze kochten een kleine trimaran, een Farrier 24. Veel beter te mennen dan de 32; minder ‘Ferrari-gedrag’. Maar wel: minimale verblijfsruimte, overnachten is kamperen. Hoe dan ook, ze kunnen blijven zeilen en de afwisseling zorgt voor een gezonde balans tussen werk, ontspanning en bouw. Dat de bouw van de cat hierdoor wat langer zal duren, nemen ze op de koop toe.

Rompen klaar

Tijd om een kijk te nemen op de bouwplaats. Altijd een spannend moment om andermans domein te betreden. We stappen een afgescheiden ruimte binnen en zien in het geel-witte licht twee enorme, meer dan manshoge rompen staan. Hier wordt iets groots verricht, zoveel is duidelijk.

“Je begint met de tekeningen te kopen en daarna schaf je bouwmateriaal aan,” legt Tom uit, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, “schuimplaten, rollen glasvezel en vaten epoxyhars.”

Daar hoort natuurlijk een hele infrastructuur bij: plaktafel, een ‘tapkast’ voor hars, gereedschap, verwarming, en nog meer gereedschap…

“We hebben eerst een form-frame voor de romphelft gemaakt,” vult Cora aan, “daarin legden we panlatten in de lengte, waarop we stroken schuim legden. Buigingen maakten we door het materiaal te verhitten met hete lucht.”

Het plan was om de vacuüminjectie-methode toe te passen, maar dat mislukte. “We kregen het maar niet vacuüm,” zegt Tom, “dus uiteindelijk zijn we overgestapt op hand lay-up, zoals we ook hadden gebruikt bij de bouw van de Tresoor. Zonder die ervaringen hadden we het misschien niet gered, temeer omdat de tekeningen van Hughes minder uitleg geven dan die van Farrier.”

Van 36 naar 37 voet

Cora en Tom brachten eigenhandig aanpassingen aan. De boegsectie kreeg een crashbox met schuim en de rompeinden werden iets verlengd voor meer lift achterin. Zo is de 36 een 37 voeter geworden. Grootste verandering: de binnenste rompwanden werden boven de waterlijn naar buiten gebogen zodat binnen meer bedruimte ontstaat. Uit deze aanpak spreekt bootervaring en ook vertrouwen in eigen kunnen.

Omdat hij er nu nog goed bij kon, heeft Tom de rompen al geplamuurd en vervolgens glad geschuurd.

Stap voorwaarts

Van Rhebergen in Amsterdam is een mal gehuurd voor het zwaard, dat op zijn beurt dienst heeft gedaan als mal voor de zwaardkasten. Daarvan is er al een ingelamineerd.

Met de vervaardiging van de rompen is een belangrijke stap voorwaarts in het bouwproces gezet. Al moet er nog veel gebeuren. “In de zomerperiode profiteren we van de hogere buitentemperatuur en willen we grotere stukken gaan lamineren,” zegt Cora. De beams zijn vitale constructiedelen die straks veel krachten moeten kunnen opvangen, en ook de kuip en kajuit moeten nog gelamineerd worden.

Voor de motorisering wordt vooralsnog gekozen voor twee buitenboordmotoren. Die worden in het achterste compartiment gemonteerd op rails, zodat ze omhoog kunnen worden getrokken. Met kleppen wordt dan de rompbodem afgesloten.

Het tuig is er al, overgenomen voor een prik van een multihullzeiler die problemen met zijn boot had. Het is een aluminium vleugelmast die draaibaar op een kogel zal worden geplaatst. Hoe de catamaran ooit het water bereikt, is nog een dingetje. A la Noach wachten op wassend water is geen optie; waarschijnlijk gaat de cat in delen naar een afbouwplek aan het water. Cora en Tom zien dat tegen die tijd wel. Optimistisch en enthousiast als ze zijn. Voorlopig storten ze zich op de berg werk die nog wacht. Met onverminderd plezier.

En dat is het grootste geheim van de smid …

 

Specs

Met dank aan Zilt

© Ariella Bijl voor CTC Nederland