Vertrekkers
Er zijn relatief veel vertrekkers onder de CTC-leden. Een aantal van hen hebben we gevraagd wat hun hoogte- en misschien ook wel dieptepunten waren het afgelopen jaar en wat hun plannen zijn voor komend jaar. Hieronder hun reacties.
Samenstelling: Trijnie Dijkhuis





Madeleine
Huib en Maaike zijn in 2014 met hun Catana 42 Madeleine vertrokken richting Carieb en vervolgens door het Panamakanaal in twee heel lange rukken naar Hawaï (zo´n 5000 mijl) en naar Alaska (2200 mijl) gezeild. Ze zijn verslingerd geraakt aan de afgelegen plekken en de stilte van Alaska en British Columbia.
Maaike van der Veen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Afgelopen winter hebben we Madeleine achtergelaten in British Columbia, in Campbell River, aan de oostkust van Vancouver Island in Canada. In maart ging ze voor het eerst sinds drie jaar daar uit het water. Na drie weken klussen, waarin Huib onder andere onze bevroren watermaker repareerde, hebben we een paar weken in de prachtige Desolation Sound rondgetuft. Eén van de hoogtepunten daar was Jervis Inlet, een 46 mijl lange inham diep het achterland van British Columbia in. Ongerepte natuur, nauwelijks mensen, imposante Chatterbox Falls aan het eind. Via Vancouver, een erg leuke stad waar we midden in het centrum lagen, door naar de San Juan Islands (US) en Gulf Islands (Canada). We sloten het binnenwater af met een bezoek aan Victoria, waar we aan de voet van het beroemde Empress Hotel lagen en mijn verjaardag vierden met een high tea. Vervolgens door de Juan de Fuca Strait naar de westkust van Vancouver Island. Deze oceaankant is uiteraard veel ruwer en verlatener. Er zijn diepe inhammen met talloze eilandjes en rotspartijen, je kunt er een leven lang rondvaren.
In Nuchatlitz bezochten we een vriend die daar in grote eenzaamheid op een eilandje woont. Ongelofelijke natuur. Een beer scharrelde rond toen we koffie zaten te drinken (gelukkig binnen, wij dan). In verband met gezondheidsproblemen moesten we terug naar Nederland, dus nadat we Vancouver Island voor driekwart rond waren hielden we de rest voor gezien en zetten koers naar San Francisco om Madeleine daar veilig achter te laten.
Met vijftien knopen wind in de rug en de vloedstroom mee onder de imposante Golden Gate Bridge door, in stralend weer, geen mist te bekennen.
De timing van onze aankomst kon niet beter: met een windje van 15 knopen in de rug en de vloedstroom mee, naar binnen onder de imposante Golden Gate Bridge door in stralend weer, geen mist te bekennen. Via via hadden we een fantastische marina gevonden in Emeryville, vlakbij Berkeley, met een zeer behulpzame havenmeester en diverse ´live-aboards´ die ons allemaal zeer hartelijk ontvingen. Dat heb je nodig als je problemen hebt. Met een gerust hart lieten we Madeleine half juli daar achter. Gelukkig konden we op 9 oktober alweer terugkeren om, na een aantal stadswandelingen door fascinerend San Francisco, onze reis te vervolgen. We hadden ons aangemeld voor de Panama Posse, een rally van Mexico naar Panama (1650 mijl), door zeven landen in zes maanden, start in november en zo’n vijftig deelnemende boten. Het leek ons een prima manier om dit interessante, maar misschien niet zo veilige gebied te verkennen. Vanuit San Francisco zijn we vrijwel in één keer naar Mexico, Barra de Navidad, gezeild, de startplaats van de rally. Bijna drie weken waren we daar te gast in een zeer luxe Resort, met heerlijke zwembaden en een Franse bakker die ’s ochtends in zijn bootje langs kwam. Nu zijn we langs de Mexicaanse kust op weg naar Puerto Chiapas, de zuidelijke Mexicaanse grensplaats met Guatemala. Vervolgens via El Salvador, Honduras, Nicaragua en Costa Rica naar Panama. Guatemala slaan we op advies van de Panama Posse-leiding over (te onveilig). Kerst zullen we misschien in Acapulco doorbrengen, als het daar tenminste niet een al te grote kermis is. Voor meer details zie onze website www.catamadeleine.nl
















.
Yana
Trijnie en Hennie delen regelmatig hun avonturen met ons in het CTC-Nieuws. Inmiddels zijn ze ‘terug´ op de Markiezen in Frans-Polynesië.
Trijnie Dijkhuis
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Na ons vertrek in augustus vorig jaar uit Nederland, stond dit jaar in het teken van de Pacific. Ons eerste hoogtepunt was het zien openen van de laatste sluisdeur in het Panamakanaal. Wat een opluchting om dat kanaal, met zijn lastige sluizen en de rompslomp om de doorvaart te regelen, achter ons te hebben! Na deze laatste sluis lag er een nieuwe wereld voor ons open. Een oceaan die we niet kenden met daarin de eilanden van Frans-Polynesië, één van de belangrijkste redenen om naar de Pacific te gaan. Het volgende hoogtepunt was dan ook de aankomst in Fatu-Hiva, het eerste eiland van Frans-Polynesië dat we aandeden. Een hoge, steil uit zee oprijzende en overweldigend groene klomp vulkanisch gesteente. Met de mooiste ankerbaai waar we tot nu toe gelegen hebben en superaardige en gastvrije bewoners (zie CTC-Nieuws 260).
Het eerste hoogtepunt was het openen van de laatste sluisdeur in het Panamakanaal. Er lag een nieuwe wereld voor ons open.
Maar natuurlijk waren er ook dieptepunten. Zoals de kapotte mastvoet op weg naar Panama en een heel vervelende motorstoring een paar weken geleden (daarover hopelijk in het volgende CTC-Nieuws meer).
Onze plannen voor komend jaar? Eerst hier in de Markiezen ´overzomeren´, om niet het risico te lopen een cycloon over ons heen te krijgen. In april terug naar de Tuamotus en vervolgens Tahiti, Bora-Bora, Cook eilanden, Tonga et cetera en vervolgens naar Nieuw-Zeeland om het volgende cycloonseizoen te ontlopen.
Eén hoogtepunt van het afgelopen jaar zou ik bijna vergeten: het in augustus terugvliegen naar Nederland en daar familie en een aantal vrienden weer in de armen hebben kunnen sluiten. Want het ver verwijderd zijn van je dierbaren blijft voor mij een groot nadeel van zeilen in dit paradijs.




Bella Ciao
Frits DuBois en Reinhilde van der Kroef zijn al vier jaar onderweg met hun prachtige Bella Ciao, een door Frits ontworpen en gebouwde catamaran van veertien meter. Ze gaan het avontuur niet uit de weg en hebben uitgebreid o.a. Brazilië en de Carieb bezocht, ook gebieden waar weinig andere zeilers komen. Inmiddels zijn ze in Australië aangeland.
Reinhilde van der Kroef
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Bella Ciao is het afgelopen jaar de westelijke Zuid-Pacific overgestoken: van Tahiti naar Australië.
De tocht voerde langs een lange rij eilanden en zoals het eilanden betaamt: elk eiland had weer zijn eigen charmes. Daarom zal ik ze hierna per groep kort karakteriseren.
Hoogtepunten in Frans-Polynesië waren de mantaroggen in Maupiti en het eilandje Maupiha dat daar in de buurt ligt. Op dat eilandje wonen slechts zeventien mensen en het wordt maximaal één keer per jaar door een vrachtscheepje bevoorraad. Zeilers zoals wij nemen daarom spullen voor hen mee vanaf Maupiti. Geen internet, geen telefoon. De bewoners bellen één keer per week per satelliettelefoon met hun familie in Maupiti, verder houden ze zich bezig met het oogsten van kokosnoten.
Vanwege de heftige weersomstandigheden langs de zuidelijke route zijn we noord via Penrhyn gegaan, het noordelijkste eiland van de Cook Eilanden. Het meest opmerkelijke hier was de enorme kerkelijkheid, die de mensen graag met ons deelden.
Het onbewoonde atol Suwarow is een Nationaal Park van de Cookeilanden. De twee parkwachters, John en Harry, hebben ook alleen contact met de buitenwereld door de zeilers en via hun satelliet telefoon. Een unieke plek midden in de Grote Oceaan.
Amerikaans Samoa stond als niet zo aantrekkelijk bekend, maar wij vonden het er enorm gezellig.
In Niuatoptapu (noordelijkste eiland van het koninkrijk Tonga) ontmoetten we een overweldigende gastvrijheid en behulpzaamheid. En we konden er op eigen gelegenheid walvissen spotten. Onderweg naar de Vava’u groep (eveneens Tonga) zijn we in aanvaring gekomen met een walvis. Het bakboord zwaard had een gat van bijna een vierkante meter, dat Frits gelukkig zelf kon repareren.
Fiji was een belevenis vanwege de multiculturaliteit en de nieuwsgierigheid van de mensen naar ons. Als je iemand ontmoette, kon die zich maar nauwelijks beheersen om niet meteen te vragen: “Waar komen jullie vandaan? Hoe lang zijn jullie al op reis? Waar zijn jullie overal geweest?” En natuurlijk ook: ”Hoe vinden jullie Fiji?”
Een imposant bezoek aan een nog werkende vulkaan maakte Vanuatu tot een hoogtepunt van 2018
In Vanuatu kwamen we de in onze beleving meest authentieke gemeenschappen tegen van onze reis in de Pacific. Daarbij kwam een imposant bezoek aan een nog werkende vulkaan. Dit alles maakte Vanuatu tot een hoogtepunt van 2018.
Nieuw-Caledonië leek nog het meest op de Franse Riviera en veel dat we in Vanuatu in het echte leven waren tegengekomen, kon je in Nieuw-Caledonië in het museum zien. Wij vonden het een grote cultuurschok.










Safari
Ruim vier jaar geleden zijn Wouter en Paula vertrokken met hun Safari, het door henzelf gebouwde veertien meter lange zusterschip van de Bella Ciao. Het oorspronkelijke plan was om na één jaar Middellandse Zee naar de Carieb te gaan, in dit artikel vertelt Wouter waarom hun plannen gewijzigd zijn.
Wouter Boom
.
.
.
.
.
.
.
.
.
We hadden ons reisplan gemaakt met de gehaaste blik van mensen met fulltime banen die in anderhalf jaar tijd een veertien meter catamaran bouwden en tegelijkertijd een vrijstaand huis renoveerden. Inmiddels zijn we wel een beetje anders tegen het leven aan gaan kijken…
In het begin hadden we nog haast. Haast om ons plan te verwezenlijken. In Lissabon ontstaat ons eerste ´oponthoud´: Paula’s zussen komen mijn vijftigste verjaardag vieren en we hangen er een hele week rond. Het voelt een beetje als spijbelen maar het moet maar. Daarna snel door naar Alvor, in het zuiden van Portugal. Hier worden we ´gedwongen´ om twee weken op een onderdeel voor onze kapotte wasmachine te wachten. In die tijd maken we kennis met het lokale ‘cruisersleven’; we hebben borrels en barbecues bij elkaar of we eten samen in één van de vele restaurantjes in het stadje. Heel gezellig. Daarna komen geregeld familie en vrienden op bezoek en schuiven we langzaam richting Middellandse Zee. We overwinteren in het Spaanse Almerimar. We hebben het daar erg naar onze zin met de vele cruisers die daar ook overwinteren. We wandelen veel, genieten van happy hours, gezellige diners op vrijdag, music nights, enz. Ook skiën we in de vlakbij gelegen Sierra Nevada en gaan nog een paar weekjes naar Nederland om familie en vrienden te bezoeken.
In 2015 zeilen we via de Balearen, Sardinië, Corsica en Elba naar het vasteland van Italië en vervolgens Malta. We vinden het inmiddels heerlijk om onze tijd te verdoen door op een mooie, veilige ankerplaats langer te blijven liggen. Volgens ons oorspronkelijke plan zouden we nu weer snel naar Gibraltar moeten zeilen om richting Canarische eilanden te gaan. We zijn hier echter nog lang niet uitgekeken, dus overwinteren we in Sicilië in Marina di Ragusa en hebben daar weer een erg gezellige tijd met veel logees, happy hours en andere activiteiten, samen met de ruim honderd cruisers in de haven.
In 2016 zeilen we via Griekenland naar Kroatië en langs Montenegro weer terug naar Griekenland. Inmiddels kennen we al heel wat medecruisers die we onderweg weer tegenkomen. Omdat we inmiddels echt geen haast meer hebben brengen we veel tijd samen met hen door. Ook komen er weer veel mensen uit Nederland ons bezoeken. We overwinteren in Kreta, waar wederom een boeiende, grote zeilerscommunity is om de wintermaanden gezellig mee door te brengen.
In 2017 gaan we naar de Egeïsche zee. In de zomer staat de Meltemi stevig door, met regelmatig windsnelheden boven de veertig knopen, dus gaan we dan door het kanaal van Corinthe naar de Ionische Zee. We overwinteren weer in het gezellige Marina di Ragusa.
In het begin hadden we nog haast. Inmiddels bevalt ons leventje hier in de Med ons uitstekend, we hebben nog lang niet alles gezien.
Dit jaar was het eerste jaar dat we niet echt een plan hadden. Nu Turkije geen optie meer is, hebben we afgelopen seizoen eigenlijk ons oostelijkste punt in de Middellandse Zee wel bereikt. Griekenland bevalt ons erg goed, dus we doen nog een rondje Griekenland en krijgen weer veel bezoek uit Nederland. We overwinteren in Capo d’Orlando aan de noordkant van Sicilië.
We weten nog niet wat we volgend jaar gaan doen. Ons leventje hier in de Med bevalt ons voorlopig nog uitstekend. We hebben nog lang niet alles gezien en je kunt gaan en staan waar je wilt. Het klimaat is doorgaans erg prettig, zowel zomer als winter. Er zijn duizenden zeer beschermde ankerbaaien waar je in de zomer heerlijk ligt. Je hoeft niet voortdurend in en uit te klaren, je wordt niet lastiggevallen door ‘boatboys’ in de ankerbaaien of ‘gidsen’ op de wal. Vliegen naar de vele bestemmingen in Europa is erg goedkoop en snel waardoor familie en vrienden langskomen en wij in de winter goedkoop kunnen reizen. Je huurt in de winter voor één tot twee euro per dag een auto zodat je uitgebreid de omgeving kunt verkennen. We zullen in de toekomst vast wel weer de oceaan op gaan en richting Canarische eilanden en verder, maar haast hebben we helemaal niet.



Anegada
Geert en Ine Beernink wonen al meer dan tien jaar op hun Catana 431 Anegada. Hoe hebben ze zich op hun vertrek voorbereid, hoe bevalt het en wat zijn hun toekomstplannen?
Geert Beernink
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Een heel oude foto van Anegada, gemaakt tijdens de HET 2002 door Ariella Bijl
.
In 2005 en 2006 hebben we als test enkele maanden in Noorwegen doorgebracht. Een test om de vraag te kunnen beantwoorden of we geschikt waren om voor langere tijd met z’n tweeën op een boot te zijn zonder wederzijdse moordneigingen. Resultaat: huis verkocht in 2007. Dus … geen weg terug. Alleen heen!
Het plan was rondje Engeland/Ierland. De permanente golf depressies uit het westen blies ons echter uiteindelijk van Falmouth naar Frankrijk. We hebben een heerlijke tijd doorgebracht in de Franse Atlantische wateren. Spannend was wel de twintig kilometer lange tocht over de rivier de Villaine naar de camping van Rieux. Langs de oever van die rivier staan namelijk elektriciteitspalen met de kabels over de rivier. Niemand wist hoe hoog die kabels waren, maar men zei: “Hoog genoeg.” Hoe weten ze dat nou? Vanaf dekniveau lukt het echt niet om de hoogte in te schatten en een van ons tweeën de mast in de hele trip leek ook geen optie. Die kabels zakken in het midden nogal door, dus voor de zekerheid voeren we heel dicht langs de ondiepe walkant. Het ging steeds goed. De top van onze mast is 22 meter boven water. Later hoorden we dat de laagste kabel op 21 meter hangt … in het midden. De weg terug dus weer langs de oevers. We hebben overigens een uiterst gezellige tijd daar gehad met zes boten.
In het seizoen 2008 hebben we een flinke ruk gemaakt. Na een winter in ‘Les Minimes’ in La Rochelle op weg naar Agios Nikolaos op Kreta. Via Biskaje naar de Spaanse Ria’s, afgezakt langs de Portugese kust en de bocht om naar Portimao in de Algarve. Daar belde mijn moeder die besloten had om haar zus in Benalmadena (bij Malaga) op te zoeken. Ze zou twee weken blijven … bij ons op de boot logeren … en of wij het ook leuk vonden? Wel zo gezellig samen. “Jullie komen er toch langs.” Pfffff. Wij zouden deze keuze nooit zelf hebben gemaakt. Dat stuk Spaanse kust is lelijk en duur. Maar zeg maar eens nee tegen je moeder.
Toen via de Balearen naar het zuiden van Sardinië. Oversteken naar Sicilië en via Messina onder de hak van Italië door naar de Ionische eilanden van Griekenland. Kanaal van Korinthe door en hop naar het zuiden naar Kreta. Een seizoen van ruim drieduizend zeemijlen. Heel veel gezien trouwens. We vonden dat toen een peulenschil voor een trip van een half jaar. Het was wel zo dat de heersende achterlijke winden ons goed gezind waren. Dus veel mooie spinakermijlen.
Daarna hebben we rondgevaren in de Middellandse Zee. De prachtige Turkse kust en de Griekse eilanden. Met als hoogtepunt het bezoek, samen met onze vrienden op de Dulce en Kiara, aan Syrië, Libanon en Israël. Onze winter van 2010 op 2011 in Israël (Ashkelon) was heel apart en zeker de trip van daaruit door Jordanië. Ook de lange autotocht door Turkije van Marmaris naar de grens met Armenië en Iran samen met Dulce en Kiara was een belevenis. Wat hebben wij een geluk gehad dat we Syrië nog konden bezoeken. Tip voor een indrukwekkende vakantie: Libanon, Israël en Jordanië. Weet dan wel dat Libanon en Israël geen vrienden zijn, dus apart regelen. Voor info kun je bij ons terecht!
Na nog twee seizoenen langs de Italiaanse westkust, Corsica en Sardinië en twee prima winters op Sicilië (Licata), zeilen we nu rond in de Aegean, het vaste land van Griekenland in het noorden en westen en al die prachtige Griekse eilanden.
We zijn inmiddels 70 en 65. Niet echt oud en zeker niet versleten, maar Geert had forse rugklachten. De boot is een jaar te koop geweest. We hebben in die tijd nog een leuk bod op de boot gehad. De vraagprijs in dollars in een koffertje en wel voor 1 november van vorig jaar. We hebben de bieder geadviseerd om een andere wasserette te zoeken. Inmiddels is Geert op Kreta succesvol aan een rughernia geopereerd en daardoor is het leven veranderd. De boot ging van de markt. (Nota bene: in het Engels is een hernia een liesbreuk. Geert vertelde dat hij een hernia-operatie moest maar de hernia-chirurg zei dat hij naar een collega moest gaan voor een ‘slipped disc’ operatie).
Onze manier van zeilen is nu wel anders geworden. Vroeger maakten we meestal dagtochten. Van eiland naar eiland. Van ankerplek naar ankerplek. Nu blijven we soms wel een paar weken ergens liggen waar het goed bevalt. Een mooie ankerplek, een gezellige stadskade, leuk volk en we genieten van wat er te doen is. We lijken wat meer behoefte te hebben aan sociaal contact. Dat zeilen van A naar B dat is een makkie geworden. Dat doet Anegada voor ons. Je zegt waar ze heen moet in de autopilot, je helpt een beetje met de zeilvoering en de rest doet de boot. We maken van A naar B tegenwoordig lange rukken met een nacht erin naar de volgende plek.
Uit het logboek blijkt dat we dit seizoen slechts 830 mijl hebben afgelegd en acht nachten hebben doorgezeild. Het aantal motoruren is beperkt. Veel zeilen dus. Wat zeilt die Catana toch fantastisch; zeker met het ‘live aboard’-overgewicht in aanmerking genomen.
Inmiddels hebben we voor het tweede jaar een jaarcontract met de marina van Agios Nikolaos op Kreta. Dat heeft twee redenen. Mijn moeder is inmiddels 91. Een leeftijd waarop je verrast kunt worden door het einde. We willen dan niet de boot ergens onbeheerd achterlaten, maar zeker zijn van een veilige plek. Als je in de Aegean blijft, ben je normaliter binnen 30 á 40 uur ‘thuis’.
De tweede reden is dat we het hier ontzettend naar onze zin hebben. Ik zat afgelopen winter in een band met twee Grieken en een Iers zangeresje. Rock- en popmuziek. We traden op in kroegen en krijgen die vol! Gaat ook deze winter weer lukken.
We kennen inmiddels veel mensen die hier zijn gaan wonen … na het zeilen. Agios Nikolaos (door de Engelsen Agnik genoemd) heeft alles wat wij van een stad verwachten: het hele jaar een aangenaam klimaat mét seizoenswisselingen, gezellig toerisme in de zomer en in de winter gewoon een provinciestad met alles erop en eraan. Mooie natuur in de omgeving, nauwelijks criminaliteit en elf maanden per jaar heerlijk zwemwater. Daarnaast zijn de kosten voor eten, kleding, wonen en energie hier laag.
Echte vertrekkers komen niet terug … toch???
Hoe nu verder?
Op onze leeftijd en na alle ervaringen van werk en leven ga je je onderhand afvragen: en wat dan hierna?
De alternatieven zouden kunnen zijn:
– Doorgaan tot dit leven niet meer kan en dan zien we wel;
– De boot binnenkort verkopen en een nieuw leven opstarten in Nederland;
– De boot verkopen en doorgaan met leven op Kreta of elders in een lekker klimaat.
Wie het weet mag het zeggen. Hier is een boom over op te zetten.
In toenemende mate denken wij dat terugkeer naar Nederland het niet zal worden. We zijn na een bezoek altijd weer blij als we ‘naar huis’ kunnen. De boot is al meer dan tien jaar ons huis, waar hij ook ligt. Een leuk, zeer beweegbaar en zeewaardig huisje aan het water op een prachtige plek naar keuze.


