Multihull- en ander nieuws

Maarten Bakker

.

Motorcat op zonne-energie

In het oktobernummer schreven we over de opkomst van de motorcat. De nieuwste loot aan de stam is de duurzame Silent 55 e-catamaran. Een motorschip in het duurdere segment dat volledig op zonne-energie kan varen. Super duurzaam, zero footprint … een aantrekkelijk idee. De elektrisch aangedreven cruiser is overigens een voorbeeld van de extreme luxe die je aantreft in de subtop van luxejachten. Daar is de 55-voeter weliswaar een kleintje maar het schip kan zich qua afwerking en ruimte meten met de groten. Een deksalon van bijna 40 m², open verbinding met de kuip, overal ruim twee meter stahoogte. Binnen en buiten besturing en 12, 24 en 230 volt systemen met alles erop en eraan. Het schip is gebouwd in lichtgewicht sandwich/glas/vinylester constructies, versterkt met carbon in vacuüm- en infusietechniek. Kortom, het neusje de zalm. Maar het meest bijzondere evenwel is de elektrische aandrijving in een drietal verschillende varianten. De cruiseversie met twee kleine 25kW-motoren is in staat om met een snelheid van zes á zeven knopen over de wereldzeeën te varen. De maximumsnelheid ligt rond de acht knopen. Er zijn ook versies met grotere vermogens leverbaar waarvan de krachtigste, uitgerust met twee keer 135 kW, een cruisesnelheid van twaalf tot vijftien en een topsnelheid van twintig knopen kan behalen. De benodigde energie wordt geleverd door dertig HF-zonnepanelen die 10 kWp weten te produceren. Het hele bovendek inclusief de bimini en het topdek worden gebruikt voor de energiewinning ten behoeve van het opladen van de accu’s. In principe hebben de 48V-lithiumbatterijen voldoende vermogen om het schip een hele nacht op ‘slow speed’ door te laten varen. Daarnaast is een ‘range extender’, een aggregaat, geïnstalleerd die elektriciteit kan opwekken om de batterijen te laden en motoren te laten draaien. De onderhoudsvrije elektrische motoren produceren geen geluid en geur en hebben geen koelproblemen. Een bijzondere sensatie voor een motorschip. Vandaar de naam: Silent Yachts. De werf heeft plannen voor schepen tot tachtig voet in het programma. Prijzen zijn vanaf 1,4 miljoen. U begrijpt, dat gaat (tegenwoordig) als warme broodjes over de toonbank … De lengte is 17 meter, de breedte 8,46. De diepgang meet 1,2 meter en de waterverplaatsing is ruim 17 ton. Meer info op Silent-yachts.com. Het promotiefilmpje hieronder is het bekijken waard.

Met dank aan Robert de Vries voor de tip

Route du Rhum

De Route du Rhum werd deze editie gewonnen door Francis Joyon. In een recordtijd van 7 dagen, 14 uur en 21 minuten (…!) wist de 62-jarige veteraan de jonge François Gabart in de uiterst spannende laatste mijlen te passeren. Met een voorsprong van slechts zeven minuten passeerde Joyon de finish bij Guadeloupe en verbrak daarmee tevens het oude record van Loïck Peyron op hetzelfde schip, toen onder de naam Banque Populaire VII, met 47 minuten tijdverschil. Tot op de laatste minuten was het onzeker wie van de twee met de eer zou strijken. De Fransen zijn met hun megatri’s in de Ultime-klasse oppermachtig in de beroemde oceaanrace die dit jaar een 40-jarig jubileum vierde. Ook de derde plaats gaat naar een Fransman, Romain Pilliard. In de Rhum Multiklasse kwam Pierre Antoine als eerste binnen op zijn zelfgebouwde, 27 jaar oude plakhouten trimaran Olmix (een Breton ongetwijfeld) in 15 dagen en 20 uur. Ter vergelijking: de eerste monohull in de 40Class finishte in 16 dagen. Een knappe prestatie. Etiènne Hochede kwam als tweede over de finish met zijn PIR2, een trimaran uit 1983(!).

Ook Loïck Peyron slaagde erin de solorace van 3542 mijl te volbrengen maar viel buiten de prijzen, hij finishte na ruim 21 dagen als vierde in de Rhum Multi met de knalgele tien meter lange Happy. De trimaran is het zusterschip van Mike Birch, een ontwerp van Walter Green. Na de terugkeer in la douce France, na een decennium onder Nederlandse vlag, werd het schip geschikt gemaakt voor de grote race. Peyron beschouwde zijn deelname met dit bijzondere schip als een eerbetoon aan de oude zeehelden als Mike Birch en Eric Tabarly die in 1978 deelnamen aan de eerste episode van de Atlantische race met vergelijkbare, relatief kleine schepen. Peyron zeilde de Happy net als de pioniers zonder gps, routingsoftware of walcommunicatie maar met de sextant. Een uitzonderlijke prestatie op de Atlantique in november. Hij vond het een zware race met de kleine beweeglijke boot met aluminium mast en dacron zeilen zonder rolfok. Vier jaar geleden zette Peyron nog een nieuw record van 7 dagen en 15 uur op de Maxi tri Banque Populaire, hetzelfde schip waarmee Joyon nu onder de oude naam IDEC Sport, de eretitel binnensleepte. Loïck zeilde overigens ook vier keer rond de wereld in de Vendée Globe. Net zo’n ijzervreter als de anderen…

Een aardig filmpje van Francois Gabart aan boord van de MACIF laat de werkelijk indrukwekkende snelheden zien waarmee deze mannen de oceaan bespeelden: soms 45 knopen plus! En dat uren achtereen!

.

.

Vernieuwde Neel 65

Nog een grotere dame: de nieuwe trimaran Neel 65 Evolution is een doorontwikkeling van de eerste grote tri’s van de eigenwijze Franse werf uit La Rochelle. Op de oorspronkelijke rompvorm, van het immense schip van twintig bij twaalf meter, is een waar paleis gecreëerd en daarmee blijkt de trimaran inmiddels een volwaardige concurrent van de grote cruisecatamarans. Ze biedt hetzelfde comfort en uitstekende zeilprestaties waar menige cat een puntje aan kan zuigen. De trend in de grote cruisers is het ‘derde dek’ dat op de hoogte van het salondak is gesitueerd: de flybridge. Het enorme dek, dat tevens als bimini functioneert voor het grote achterdek, de klassieke kuip eronder, zou op een motorboot niet misstaan. Het herbergt een dubbele stuurstand aan beide zijden van de mast met een comfortabele liertafel ertussenin. Achterin een grote lounge met twee tafels en zitplaats voor tien mensen en een dubbel zonnebed. Alles op vier meter boven het wateroppervlak. De kuip beneden heeft vergelijkbare accommodatie en heeft een grote schuifpui naar het enorme salondekhuis waar verschillende dinettes, zitgroepen, kombuis, stuurstand en kapiteinshut zijn gesitueerd. Een heerlijk schip voor de happy few. Het filmpje spreekt tot de verbeelding.

C-CAT 37

In de categorie middelgrote schepen valt de 37 voet lange C-Cat op. Met een romplengte van 11,10 meter en een breedte van 5,84 meter is dit een catamaran met relatief overzichtelijke afmetingen. Makkelijk in de haven en toch robuust genoeg voor het grote werk. De bekende Franse architect Marc Lombard tekende in zijn kenmerkende stijl de lijnen van het aantrekkelijke schip. Het lijkt soms wel of álle grote Franse cats van dit bureau afkomstig zijn. Hoe dan ook levert het een herkenbaar en krachtig profiel met een hoog vrijboord, negatieve boegen en een modern onderwaterschip met een hoge prismatische coëfficiënt dat behoorlijke snelheden moet kunnen bereiken. Door sandwichbouw en vacuüminjectie is een stevig platform geconstrueerd. Ondanks het gewicht van 6,5 ton en vaste kielen (optioneel opklapbaar) blijkt het schip behoorlijk te presteren. De maximum waterverplaatsing bedraagt acht ton. Het grootzeil meet 46 m², de fok 33 en de genaker 55 m². Het is trouwens de eerste catamaran van de bekende Italiaanse werf Comar, vooral bekend als producent van vele snelle monohulls. De afgelopen twee jaar zijn een klein aantal C 37’s verkocht, de markt in deze prijsklasse is kleiner en kwetsbaarder dan die voor het segment luxeschepen. Het schip is inmiddels erg goed uitontwikkeld. De kuip is praktisch met twee stuurstanden achterop en handige doorgangen naar de zijdekken en de spiegels. Ook het interieur is aantrekkelijk en strak ontworpen. De deksalon biedt veel leefruimte voor een schip van deze afmetingen. Constructie, afwerking en finesse zijn op hoog niveau zeker gezien de relatief betaalbare prijs. Die is vergelijkbaar met de Mahé 36 en wat hoger dan die van de Aventura 34, maar voor 247.800 euro ex btw krijg je heel veel schip. Meer info op C-catamarans.com

.

.

F-22 ‘gaat als een speer’

De productie van de F-22 gaat zeer voorspoedig. Inmiddels zijn er meer dan 230 van verkocht en dat is een opmerkelijke prestatie van de Nieuw-Zeelandse werf. Mogelijk is het feit dat de plannen voor zelfbouw, tot spijt van velen, niet meer worden verkocht daar debet aan. Maar mogelijk kenschetst het ook de ontwikkeling van de markt: veel aan de top én aan de onderkant. Toch doen we met die laatste categorie dat bijzondere scheepje, het laatste project van Ian Farrier voor zijn vroegtijdig overlijden, een beetje tekort. Het aardige is dat de ruimte aan boord niet onderdoet voor een 25-voeter én de tri zeilt werkelijk als een droom. Bovendien heeft het ontwerp geprofiteerd van dertig jaar designervaring en mag het worden beschouwd als de hoogste standaard in engineering van kleine schepen. De detaillering en kwaliteit van de constructie staat op een uitzonderlijk niveau. De F-22 wordt geleverd in drie varianten, de standaard, de R en een F-versie. Die laatste is een uitvoering met foils en het vermoeden is dat daar nog meer belangstelling voor zal ontstaan. De vouwbare trimaran wordt geproduceerd in Nieuw-Zeeland en over de hele wereld geëxporteerd. Zelf assembleren bespaart behoorlijk in de prijs. De goedkoopste kit kost rond de 30.000 euro waarvoor romp, drijvers en beams worden geleverd. Een complete kit met carbon mast en zeilen komt in de richting van de 55.000 euro incl. De F-22 meet 7 x 5,55 meter en weegt 680 kilo schoon aan de haak. Met een standaard grootzeil van ruim 23 en een fok van 13,4 m² belooft dat al een heel spannend zeilgedrag.

© Ariella Bijl voor CTC Nederland